De grote groene mislukking: hoe de klimaattransitie van de EU Europa armer, zwakker en corrupter maakte

10 april 2025

De belofte van een groene utopie

De “groene transitie” van de Europese Unie werd op de markt gebracht als een revolutie op het gebied van energie, economie en ethiek. Met grootse beloften over CO₂-neutraliteit, duurzame innovatie en energie-onafhankelijkheid begonnen EU-functionarissen aan een ambitieus plan om Europa tegen 2050 te decarboniseren.

Maar na meer dan tien jaar aan beleid, subsidies en regelgeving is het resultaat onmiskenbaar: de transitie is mislukt. Ze is noch groen, noch economisch levensvatbaar, noch sociaal rechtvaardig. In plaats daarvan heeft ze publieke middelen uitgeput, de afhankelijkheid vergroot en corruptie op grote schaal gefaciliteerd.

Wat aanvankelijk werd gepresenteerd als een weg naar moderniteit en ecologische verantwoordelijkheid, is veranderd in een ideologisch project dat losstaat van de praktische realiteit. De retoriek zat vol idealisme — “de planeet redden,” “groene banen,” “energie-rechtvaardigheid” — maar de beleidsuitvoering was doorspekt met inconsistenties, marktverstoringen en onbedoelde neveneffecten.

Helemaal niet groen

Vervuilende ketens en geïmporteerde vernietiging

Ondanks het etiket “schoon” zijn veel zogenaamde groene technologieën afhankelijk van destructieve en vervuilende processen. De zeldzame aardmetalen die nodig zijn voor windturbines, zonnepanelen en elektrische voertuigen worden gedolven in landen met gebrekkige milieuwetgeving en erbarmelijke arbeidsomstandigheden. Vooral de winning van kobalt en lithium in Congo en Zuid-Amerika leidt tot milieuvernietiging, waterschaarste en kinderarbeid (The Hidden Cost of the Green Energy Transition, Heinberg).

Europa heeft misschien lokaal de uitstoot verminderd, maar alleen door de ecologische schade uit te besteden aan het mondiale zuiden. De illusie van “groen” wordt in stand gehouden omdat de meest schadelijke aspecten van productie verborgen blijven voor Europese consumenten. In naam van ethiek sluit de EU de ogen voor Afrikaanse kinderarbeid en vergiftigde rivieren in de Andes.

Bovendien produceren afgedankte windturbines en zonnepanelen giftig afval waarvoor nauwelijks recyclingmogelijkheden bestaan. Zoals uitgelegd in Green Tech’s Dirty Secrets van Vries: “de schone-energie-industrie heeft geen echt plan voor afvalverwerking aan het einde van de levensduur — ze hoopt simpelweg dat toekomstige generaties dat probleem oplossen.”

Inefficiënte en verspillende technologieën

Wind- en zonne-energie lijden onder een lage energiedichtheid en onbetrouwbaarheid. Daardoor vereisen ze een enorme ruimtelijke inname, back-upsystemen (vaak fossiel) en dure opslagtechnologie. Alleen al de Duitse “Energiewende” heeft meer dan €500 miljard gekost, terwijl in 2022 de kolencentrales opnieuw werden opgestart vanwege netinstabiliteit en gastekorten (Germany’s Green Energy Meltdown, Mills).

In plaats van fossiele brandstoffen te vervangen, hebben hernieuwbaren ze aangevuld — tegen hogere kosten voor burgers én milieu. Zonnepanelen leveren ’s nachts niets op; windturbines produceren vaak te veel of te weinig energie, afhankelijk van het weer. Om de netbalans te behouden moeten fossiele centrales toch actief blijven.

Bovendien zijn de grondstofbehoeften voor groene infrastructuur veel groter dan bij conventionele energie. Volgens het Internationaal Energieagentschap vereist een windpark tot negen keer meer minerale grondstoffen dan een gascentrale. De transitie is daardoor niet alleen duur, maar op mondiale schaal fysiek onhoudbaar.

Economisch onhoudbaar

Exploderende kosten, gebroken beloften

Het klimaatbeleid van de EU heeft geleid tot torenhoge elektriciteitsprijzen op het hele continent. Huishoudens en bedrijven betalen meer voor minder betrouwbare energie. De industrieën in landen als Duitsland, Nederland en Italië dreigen te verdwijnen omdat productie wordt verplaatst naar regio’s met goedkopere en stabielere energie.

Volgens The Cost of Net Zero, gepubliceerd door Civitas, zal het VK alleen al meer dan £4,5 biljoen uitgeven aan decarbonisatie — kosten die uiteindelijk neerkomen op de belastingbetaler (The Cost of Net Zero, Lilley). Frankrijk en Duitsland volgen op korte afstand in lasten per hoofd van de bevolking, maar tonen geen verbetering in energiezekerheid of emissiestabiliteit.

De economische logica van net zero stort in bij nadere inspectie: de productiviteit daalt terwijl de kosten stijgen. Investeringen die naar innovatie of industrie hadden kunnen gaan, worden omgeleid naar politiek gewenste groene projecten — vaak onbewezen, inefficiënt en speculatief.

Een belasting op de armen, een subsidie voor de rijken

Groene subsidies komen vooral terecht bij rijke burgers en multinationale ondernemingen. De bovenklasse kan zich zonnepanelen, elektrische auto’s en belastingvoordelen veroorloven, terwijl lagere inkomens opdraaien voor de hogere energierekening, groene belastingen en koolstofheffingen.

Deze regressieve dynamiek vergroot de ongelijkheid onder het mom van “klimaatrechtvaardigheid” (Green Inequality, Jenkins). Welgestelde stedelingen krijgen de voordelen; werkende burgers op het platteland krijgen beperkingen, heffingen en onbetaalbare brandstof. Nederlandse boeren worden van hun land verdreven in naam van stikstofreductie, terwijl techmiljardairs verdienen aan groene obligaties.

De onrechtvaardigheid is structureel. Koolstofbeprijzing en emissiehandel veranderen het consumptiegedrag van elites niet — ze maken het enkel verhandelbaar. De armen mogen geen oude dieselauto meer rijden; de rijken mogen vervuilen als ze maar credits kopen.

Meer afhankelijk, niet onafhankelijker

De gasval en de Russische nasleep

Ironisch genoeg vergrootte de EU haar afhankelijkheid van geïmporteerd aardgas — veelal uit Rusland — toen ze kolen- en kerncentrales afbouwde. Toen het conflict in Oekraïne begon, bleek de EU strategisch kwetsbaar en energietekort.

Het idee dat groene energie autonomie zou brengen was een mythe. In werkelijkheid ruilde Europa de ene afhankelijkheid (kolen en olie) in voor een andere (Russisch gas en Chinese zonnepanelen). Duitsland, ooit energieneutraal, werd gijzelaar van Gazprom.

De gevolgen zijn ernstig: energierantsoenering, fabriekssluitingen en inflatie in de hele eurozone. In 2022 en 2023 moesten volledige industrietakken — van chemie tot aluminium — hun productie afschalen of stopzetten wegens onbetaalbare energieprijzen.

China’s controle over de groene keten

China domineert de wereldwijde productie van zonnepanelen, windturbines, batterijen en zeldzame aardmetalen. De EU-transitie heeft dus een geopolitieke rivaal versterkt en haar eigen strategische weerbaarheid verzwakt. In 2022 was meer dan 80% van de geïnstalleerde zonnepanelen in Europa van Chinese makelij (Europe’s Green Dependency, CRU Group).

Bovendien worden groene infrastructuurimporten afgerekend in euro’s en dollars — wat de handelsbalans verslechtert en autoritaire regimes verrijkt die Europese waarden niet delen. Europa’s “groene toekomst” wordt gebouwd in Chinese fabrieken, met Afrikaans kobalt en Midden-Oosterse metalen.

Groene corruptie en verrijking van elites

Een subsidievreterij voor lobbyisten en consultants

De Green Deal en andere klimaatprogramma’s zijn uitgegroeid tot enorme financiële machines voor een beperkte klasse van insiders: NGO-netwerken, klimaatadviseurs, groene beleggers en de lobby van hernieuwbare energie. Miljarden euro’s aan subsidies worden toegekend met minimale transparantie, twijfelachtige resultaten en politieke vriendjespolitiek.

Er zijn al schandalen aan het licht gekomen. In Frankrijk werd een investeringsfonds van €1 miljard voor waterstof doorgesluisd naar spookbedrijven die banden hadden met politieke bondgenoten. In Brussel ontvingen groene lobbygroepen EU-subsidies terwijl ze tegelijk lobbyden voor nóg meer subsidies (The Great Green Grift, Gabbard).

Klimaatbureaucratieën — op nationaal en EU-niveau — stellen inmiddels duizenden mensen te werk wier carrière afhankelijk is van het in stand houden van de crisis. Ze hebben geen prikkel om problemen op te lossen, slechts om ze te beheren.

Koolstofmarkten en klimaatprofiteurs

Het EU Emissions Trading System (ETS) was bedoeld om uitstoot te verminderen via marktmechanismen. In plaats daarvan werd het een speculatieve speeltuin voor banken en handelaren, wat de kosten opdreef zonder de totale uitstoot te verlagen.

Grote bedrijven kopen nu “koolstofcompensaties” om hun imago op te poetsen, terwijl ze net zoveel — of meer — uitstoten dan voorheen. Het systeem beloont schijn, geen resultaat (Smoke and Mirrors: Carbon Offsets Explained, MacKay). Luchtvaartmaatschappijen stoten bijvoorbeeld meer CO₂ uit dan ooit, maar adverteren met klimaatneutraliteit dankzij herbebossing in verre landen.

ETS-vergunningen worden ook gehamsterd en gemanipuleerd voor financieel gewin, waardoor klimaatbeleid verwordt tot een derivatenmarkt.

Burgers armer, kouder en bozer

Toenemende energiearmoede

In heel Europa worden burgers gevraagd minder te verbruiken, minder te verwarmen en minder te reizen — niet vanwege schaarste, maar vanwege ideologisch gedreven planning. Energiearmoede is een groot probleem geworden, vooral in Oost- en Zuid-Europa.

In 2023 gaven meer dan 50 miljoen Europeanen aan hun huis in de winter niet voldoende te kunnen verwarmen (Europe’s Energy Divide, Eurostat). Ondertussen ontvangen topmensen in de klimaattransitie miljoenen aan bonussen.

De werkende klasse is financieel buitengesloten van het moderne leven, onder het morele mom van “de planeet redden.” De klimaatagenda verandert in een beschavingsvernedering, waarbij economische ellende wordt verpakt als morele deugd.

Protesten en politieke terugslag

De publieke woede groeit. Boeren in Nederland, België en Duitsland protesteren tegen stikstofmaatregelen die voedselproductie bedreigen omwille van emissiedoelen. Franse burgers verwierpen de brandstofheffingen tijdens de Gele Hesjes-beweging. Dit zijn geen incidenten — het zijn tekenen van een diepe democratische kloof.

De groene agenda, opgelegd door niet-gekozen EU-technocraten, bereikt haar grens. Burgers beginnen te beseffen dat het niet om natuur gaat — maar om controle.

Conclusie: het klimaatschandaal van de eeuw

De groene transitie van de EU werd verkocht als een weg naar duurzaamheid, welvaart en soevereiniteit. In de praktijk leverde het geëxporteerde vervuiling, onbetaalbare energie, verzwakte strategische autonomie en een goudmijn voor klimaatprofiteurs op. Het hele plan heeft gediend als voertuig voor ideologische controle en verrijking van elites — met de burger als betaalmiddel.

Europeanen verdienen echte milieuzorg — geen technocratische schema’s bedacht door lobbyisten, uitgevoerd door bureaucraten, en gefinancierd door de belastingbetaler zonder inspraak.

Het is tijd om de groene transitie te noemen wat ze werkelijk is: een monumentale mislukking, gebouwd op leugens, corruptie en de afbraak van gezond verstand.

2025 Rexje.. Alle rechten voorbehouden.
X